Voorjaarsrapportage 2020

Algemeen

Inleiding en samenvatting

1.1 Inleiding en samenvatting

Met deze voorjaarsrapportage informeert het college de raad over de financiële stand van zaken van de plannen uit de programmabegroting 2020 en hoe de gemeente er financieel voor staat. Deze rapportage gaat over de eerste 4 maanden van het jaar met een doorkijk naar het einde van het jaar en biedt de mogelijkheid, daar waar dat nodig is, bij te sturen. Deze voorjaarsrapportage is bijzonder vanwege de uitbraak van het coronavirus en de daaropvolgende coronacrisis. In deze rapportage gaan we vooral in op het effect daarvan op de gemeentefinanciën.

SAMENVATTING
De begroting 2020 wordt in deze voorjaarsrapportage 5,57 miljoen euro nadelig bijgesteld. Deze bijstelling is opgebouwd uit een structureel nadeel van 3,52 miljoen euro en een incidenteel nadeel van 2,05 miljoen euro.

Het begrotingssaldo 2020 na vaststelling van de voorjaarsrapportage komt uit op 4,52 miljoen nadelig.

Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste bijstellingen met een effect op het begrotingssaldo. We geven daarbij aan of de wijziging structureel of incidenteel is.

Voordelen

  • Verruiming btw sportvrijstelling/SPUK (400.000 euro incidenteel)

Vanaf 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling verruimd. Hiermee is de aftrek van voorbelasting op de kosten betreffende aanschaf, onderhoud, beheer en exploitatie van sportaccommodaties komen te vervallen. Ter compensatie vraagt de gemeente de specifieke uitkering stimulering sport (SPUK) aan.

  • Kapitaallasten - afschrijvingen ( 1,1 miljoen euro incidenteel)

De kapitaallasten zijn herrekend op basis van de werkelijke boekwaarden per 1 januari 2020. Omdat een aantal investeringsprojecten lager uitvalt danwel later tot uitvoering komt, is er sprake van een onderuitputting op de kapitaallasten. Deze onderuitputting valt incidenteel vrij ten gunste van het begrotingssaldo.

  • Stelpost(en) investeringen (495.000 euro grotendeels incidenteel)

Conform de Nota activabeleid (RAAD-4217) wordt gestart met afschrijven in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering gereed komt/verworven wordt. Dit betekent dat de begrote stelposten in 2020 voor toekomstige investeringen op de hoofdtaakvelden kunnen worden verlaagd, omdat er niet eerder afschrijvingslasten zullen zijn dan in 2021.

Nadelen

  • Wmo en Jeugd (3,1 miljoen euro structureel)

In de begroting 2020 zijn de lasten van Wmo en Jeugdzorg gebaseerd op de cijfers van medio 2019. De stijging in de lasten over de 2e helft 2019 bedraagt 2,4 miljoen euro en is nog niet structureel in de begroting 2020 verwerkt. Het bedrag bestaat voor een groot deel uit de kosten voor het Landelijk Transitie Arrangement (LTA) waarover de raad begin maart is geïnformeerd. Een toelichting op de ontwikkelingen over de 2e helft 2019 is in de najaars- en slotrapportage 2019 gegeven en zal ook betrokken worden bij de jaarverantwoording 2019.
Ook verwachten wij in 2020 een verdere stijging van het aantal cliënten met huishoudelijke ondersteuning. Ten opzichte van 2019 bedraagt de verwachte stijging 11%. Dit wordt met name veroorzaakt door de invoering van het abonnementstarief. Het nadelige financiële effect is 700.000 euro structureel.

  • Coronacrisis - Inkomensregeling bijstand/BUIG (2,5 miljoen incidenteel)

Door de coronamaatregelen gebeurt er veel op de arbeidsmarkt. Veel kleine zelfstandigen zien hun inkomsten volledig of voor een groot deel verdampen, waardoor zij bijstand in hun levensonderhoud moeten aanvragen. Veel inwoners die recentelijk naar werk zijn bemiddeld zijn weer terug, omdat zij of via een uitzendbureau werkten of omdat tijdelijke dienstverbanden niet verlengd werden.

In een reëel scenario waarbij rekening wordt gehouden met coronamaatregelen verwachten wij voor 2020 een tekort op de BUIG van 7,1 miljoen euro. Echter, wij gaan er vanuit dat het BUIG-budget verhoogd zal worden door een compensatieregeling ten gevolge van de coronamaatregelen. Tevens gaan wij er vanuit dat we een succesvol beroep op de vangnetregeling kunnen doen. Bij de vangnetregeling is de maximale eigen bijdrage in het tekort 10% van het BUIG-budget. Op basis van het voorlopig BUIG-budget is dit 3,5 miljoen euro. In de begroting was rekening gehouden met een nadeel van 1 miljoen euro. Derhalve resteert een nadeel van 2,5 miljoen euro.

  • Coronacrisis - opbrengst parkeren (475.000 euro incidenteel)

De opbrengsten van kortparkeerders, zowel straatparkeren en garageparkeren, blijven over 2020 naar verwachting fors achter door de coronacrisis. In de maanden maart en april zijn de opbrengsten erg laag geweest. Over het hele jaar gezien verwachten we dat we een gehele kwartaalomzet, ofwel 25%  aan opbrengsten, zullen missen. Dit betekent een nadeel van ongeveer 475.000 euro. In de najaarsrapportage zal bezien worden of er een aanvullende bijstelling van de raming nodig is op basis van nieuwe inzichten van de gevolgen van de dan geldende coronamaatregelen.

  • Coronacrisis - toeristenbelasting (300.000 euro incidenteel)

De verwachting is dat het aantal overnachtingen in hotels en vakantieonderkomens in 2020 fors daalt. De daling is afhankelijk van de omvang en duur van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus en daarom op dit moment nog moeilijk in te schatten. Onze voorlopige inschatting is dat de inkomsten van de toeristenbelasting ongeveer met 75 procent zullen dalen. Dit betekent een nadeel van 300.000 euro.

Coronacrisis
Sinds medio maart zit Nederland grotendeels op slot. De aanpak van het coronavirus raakt de samenleving en vele sectoren van de economie. Ook ondernemers in Almelo worden financieel zwaar getroffen. Samen met de GBTwente-gemeenten hebben wij daarom een aantal belastingmaatregelen genomen die de financiële gevolgen voor ondernemers kunnen verzachten. Met zorgaanbieders zijn maatwerkafspraken gemaakt om zorg voor de meest kwetsbare inwoners te kunnen continueren. In de perspectiefnota 2020 zullen uitgebreid de maatschappelijke- en economische effecten van de coronacrisis worden besproken.

Effect op de gemeentefinanciën
De coronacrisis raakt ook de gemeentefinanciën. De opbrengsten van belastingen, heffingen en leges zullen waarschijnlijk dalen. En mogelijk zullen de zorguitgaven en uitgaven voor de inkomensregelingen stijgen. Hoe hard de gemeentefinanciën zullen worden geraakt is afhankelijk van de duur van de crisis, compensatie en steun door Rijk en provincie en beleidsmatige keuzes. Maar één ding is zeker; er is veel onzekerheid. Het is te vroeg om een exacte inschatting te maken van het effect op de gemeentefinanciën. In deze voorjaarsrapportage maken we een eerste aanzet om het inzicht te verschaffen. Soms onderbouwd met cijfers en euro's, maar vaak ook in woorden. Wij verwachten dat bij het opstellen van de najaarsrapportage meer bekend is over het verloop van de crisis en wat dit financieel voor de gemeente zal betekenen. In deze voorjaarsrapportage zal daarom geen actualisatie worden gegeven van de taakstellingen. Daarvoor zijn de gevolgen van de coronacrisis te onzeker. Dit betekent overigens niet dat de invulling van de taakstellingen stilstaat. Er zijn veel maatregelen genomen of in voorbereiding. Enkel de financiële effecten van de maatregelen zijn onzeker. Bij de najaarsrapportage hebben we meer zicht op realisatie van de taakstellingen. Verder zal het college op korte termijn de raad informeren over de stand van zaken van de maatregelplannen in het sociaal domein.

Effect op programma Optimalisatie Almelo
Wij stellen voor de middelen die tot 31 mei 2020 voor dit programma beschikbaar zijn, langer beschikbaar te houden, zijnde tot 31 december 2020. Deze tijd waarin het coronavirus centraal staat, is een bijzondere tijd die bijzondere inspanningen vraagt. Hoewel accenten komen te liggen op andere zaken dan normaal gesproken, gaan sommige zaken gewoon door en zijn er zaken die op dit moment deels even stil liggen. Daarmee zal de eindverantwoording over het programma en de middelen ook begin 2021 met uw raad gedeeld worden. Via een raadsbrief (RAAD-6023) bent u begin april op de hoogte gesteld van de gevolgen van deze maatregelen op het programma Optimalisatie Almelo.

Leeswijzer
In hoofdstuk 2 geven we inzicht in het verloop van het begrotingssaldo. Het startpunt is het begrotingssaldo uit de programmabegroting 2020. We zetten op een rij welke besluiten en mutaties met financiële gevolgen er voorafgaand aan deze voorjaarsrapportage zijn geweest. Tot slot geven we een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in deze voorjaarsrapportage en presenteren we een actueel begrotingssaldo.

In hoofdstuk 3 gaan we per hoofdtaakveld dieper in op de financiële mutaties. We maken daarbij onderscheid tussen de verzamel- en rechtmatigheidsbesluiten en overige bijstellingen van de begroting.

In hoofdstuk 4 wordt gerapporteerd over de stand van zaken van de investeringskredieten. De basis hiervoor is het Meerjaren investeringsplan (MIP) uit de programmabegroting 2020.

Tot slot geven we in hoofdstuk 5 de taakstellingen uit de programmabegroting 2020 weer, maar zoals hiervoor besproken zonder actuele status.

Tabel notatie
In de tabellen die we in deze nota presenteren staan positieve bedragen voor lasten en/of nadelen en negatieve bedragen voor baten en/of voordelen. Wanneer bij een wijziging bij alle jaarschijven een bedrag staat dan is de wijziging structureel van aard.

Voor de volledigheid merken we op dat in de tabellen cijfers zijn opgenomen die afgerond zijn op duizendtallen. Hierdoor kan het voorkomen dat er bij (totaal)tellingen kleine afrondingsverschillen ontstaan.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 07/27/2020 11:44:37 met de export van 07/27/2020 11:42:53